Plaats de opvattingen van onze politici
eens in hun tijd en constateer de verschuivingen van de hele zwerm. Welke
verwachtingen kunnen we hieraan ontlenen?
De politieke ideologie van al onze partijen
is al sinds de jaren ’60 een product van tijdsomstandigheden en veel minder een
onveranderlijk kompas voor de toekomst.
De politiek is na de verzuiling een speelbal
geworden van mediacratie, van persoonlijkheidscultus en hypes rond incidenten.
Burgers gaven hun voorkeur aan standpunten per onderwerp en per situatie
afzonderlijk. Maar daarachter zaten wel degelijk grote gemeenschappelijke
stromingen die als mainstream te kenmerken zijn.
Die
golven zijn elk op zichzelf te karakteriseren aan de hand van de kernwaarden
van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Mijn
stelling is dat alle politieke partijen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw,
de opbouw van de verzorgingsstaat, oscilleerden rond het thema gelijkheid. Ook
de VVD deed op haar manier duchtig mee met die opbouw. Alle partijen konden in
grote verontwaardiging ontsteken over uitingen die intrinsieke ongelijkheid
tussen mensen veronderstellen, bijvoorbeeld in het debat over nature en
nurture, over de genetische component achter ongelijkheden in IQ en
werkkwalificaties.
In
de jaren ’90 en verder draaide het klimaat in de richting van vrijheid. Alle
partijen, PvdA en Groen Links inbegrepen, werden in die periode varianten van
liberale denkrichtingen. De kijk op privatisering van overheidstaken
illustreert die beweging.
Interessant
is nu of een volgende zwenking van ‘de’ politiek in het verschiet ligt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten