Zijn er elders – in de politiek, een
vakdepartement of lokaal bestuur - wel aanwijzingen voor een bestuurlijke shift
van government naar governance?
Bij de politiek is er geen enkele
aanwijzing voor. Eerder in tegendeel een toenemende verkramping onder invloed
van de mediacratie en het New Public Management, waardoor politici sinds de eeuwwisseling
meer en meer hameren op hun politiek primaat en op hun eigen positie.
Bij een vakministerie als LNV was in de
jaren ’90 een werkelijke omwenteling gaande, maar dat heeft uiteindelijk niet
tot een heel andere bestuursfilosofie geleid. Ondanks verschillende pogingen
tot vernieuwende experimenten is het ministerie een ‘gewoon’ departement
geworden (tot zijn uiteindelijke opheffing in 2010). Binnen de rijksoverheid
(het ‘Concern Rijk’) lijkt een convergerende beweging gaande.
Mijn vermoeden dat bij de gemeenten een
tegengestelde beweging zich heeft voorgedaan. Gemeenten lijken onderling meer
verscheidenheid te vertonen, de afstand tussen voorhoede en achterhoede is op
de onderzochte kenmerken eerder groter geworden. Er zijn bij de Nederlandse gemeenten
zowel voorbeelden van daadwerkelijke kanteling (een eigentijdse term in dit
verband), maar ook tekenen van hardnekkig regentenbestuur.
Mogelijke verklaringen
Waarom gebeurt in de bestuurspraktijk niet
wat de bestuurskunde voorspelt? Het kan zijn dat de bestuurskunde ten onrechte
is opgejaagd door de lokroep van de netwerksamenleving, maar dat het bestuur nu
eenmaal door andere dynamieken wordt geregeerd. Of dat de macht van de status
quo te sterk is voor een radicale verandering. Ik heb binnenshuis vaak twee
uitspraken gehoord, die mij niet overtuigen, maar misschien wel zwaar wogen. De
ene is dat complexe maatschappelijke samenwerkingsrelaties zich niet lenen voor
sturing, dus geen geschikt onderwerp zijn voor overheidsbeleid. De tweede is
dat netwerkbestuur innovatie betekent en dat je innovatie niet mag
institutionaliseren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten