dinsdag 26 november 2013

Issues for OECD concerning do-ocracy



My (former) colleague Stefanie asked to give input for her presentation at an expert meeting  for the Observatory on  Public Service Innovation at the OECD in Paris, based on the conference Borders to Cross (October 29-31 in Amsterdam). My reply follows here:
 
Learning from the experiences in BtC

Professor Evelien Tonkens: “There is no such thing as an immaculate civic initiative”)
1. What we learned during this conference is that we hardly found any example of citizens’ initiative without any interference from governments. Most examples show a variety of coproduction.
Moreover not all world-problems (real big challenges) are addressed by either government, or markets or civil society separately. If anyhow, they are tackled jointly.
So do not think that civil society with its own approaches can replace government.
But with the relatively larger role of civil society and crowdsourcing in the coming ‘wiki-world’, governments and professional institutions will (have to) leave more room for market-like innovations, produced with unplannable serendipity.  This conflicts with the basic values and attitudes in government and politics (planning and regulating, treating everyone equally).
How to cope with this reality?
The largest difference between government and civil society is to be found in the way they approach social problems. Citizens always start at the specific end of the line, whereas states tend to work from the generic towards the specific. This has implications for the way democratic values are applied.  Citizens are indeed (sometimes) able to be inclusive, and also when asked they can be transparent and accountable, but do not ask them to be representative...
The first issue for further international research concerns the system and would be:
How to learn politicians and government officials to distinguish between two approaches: open up for initiatives and citizen’s priorities in some areas (notwithstanding unequal and unpredictable, - even not politically preferred? - results) and steering or regulating on the basis of state principles in other areas of the social and public domain.
In the conference we have seen many promising innovations started by civil servants. So it is not impossible. Yet the big absentee is still politics and political parties. A general remark concerned the urgency to get them aboard. This would focus the problem to politicians. They do not have to fear loss of function, because the distinction as worded above clearly is a political task.

2. The second related issue concerns methods. Even when political decision-making has primacy, present methods of planning and problem-solving inside bureaucratic silo’s is clearly suboptimal. Each department (minister, alderman, director) wants to control his own sector, whereas social problems often transcend these silo’s and larger benefits of optimal solutions fall down in other department’s areas than those that carry the costs. It is a challenge to overcome this diseconomy of public means. The answer to this issue is less unexplored than the first one, because there are good experiences available, only to be disseminated. Yet this method also requires self-restrain from politicians and bureaucrats for the better good.
These methods can be called “Social Tendering” (maatschappelijk aanbesteden) or Innovation-directed procurement (innovatiegericht inkopen). The simple idea is to split problem-definition and solution design from outscourcing and tendering production of the required services. Some Dutch municipalities and the national Watermanagement-agency (Rijkswaterstaat) have good systems in limited areas available. There the demand for further international research would be:
Can the principles of this rational practice be extended to many other areas (beyond procurement in the physical domain)?  One might say that in a totally different field the practice we know as Family Conferences (Eigen Kracht Conferenties) is application of the same principle: start defining problem and solution with direct stakeholders around the problem-holder.

3. A third remarkable development eminent at Borders to Cross is the upcoming of new forms of markets. Participating in the conference was a large new group of ‘social entrepreneurs’ (sociaal ondernemers), whose primary objective is to solve a social problem they are committed to rather than making profits. Quite a few projects presented in the conference consisted of (old?) new market forms like co-operatives (Makkies, Goteo, etc).
Citizens become producers of public goods rather than just consumers (energy, health-care, transportation). Also in commercial activities more institutionalized agencies are skipped by direct inter-personal exchange via social media on the Internet. Well known examples are Ebay, Airbnb, Shared cars, etc. This phenomenon challenges governments in another function, i.e. as market-regulators. How to tax barters, how to control the quality of food and hygiene by Thuis afgehaald”? , The movement of ‘Share-economy’ is upcoming especially in South-European countries.
A demand for further international research would be:
How to make distinctions and to segregate or integrate these forms of share-economy [  http://ouishare.net] in market regulations, allowing specific regimes? How to technically link these regimes with the Internet, where Share-Economy is flourishing?  


maandag 25 november 2013

Conferentie over Sociale Media en Burgerschap

 
Sociale media zijn zeer behulpzaam bij de mobilisatie van mensen, maar als communicatiemiddel hebben ze veel tekortkomingen.
Een aantal onderling verweven organisaties, nl de Universiteit van Tilburg, Buzzmij en de Stichting Synthese organiseerden op 20 november in de fraaie Amsterdamse Posthoornkerk een korte conferentie overde relatie tussen sociale media en burgerschap.
Sprekers Femke Halsema en Henry Kasper kwamen beide via heel verschillende redeneringen uit op een soortgelijke conclusie: Sociale media zijn zeer behulpzaam bij de mobilisatie van mensen, maar als communicatiemiddel hebben ze veel tekortkomingen. Democratische deliberatie wordt er eerder door belemmerd dan bevorderd.
Andere democratische processen zoals monitoren en aan de kaak stellen van misstanden kunnen wel werken op internet. En voor de participatie van vrouwen in (Arabische) landen waar dit tot dusver niet mogelijk was, wordt de drempel plotseling geweldig verlaagd. De Arabische ‘lente’ was een keerpunt in de geschiedenis voor de maatschappelijke functie van internet. Vooral in de combinatie met straten en pleinen en de rol van vrouwen. Maar democratie kan het niet tot stand brengen.
Mensen verenigen zich op hun specifieke hobbies en van daaruit kunnen meer activiteiten groeien (duiken in de Vinkeveense Plassen, daarna hier rommel ophalen, daarna ook op het land schoonmaakacties houden). De overheid kan zich op deze mechanismen instellen door zich dienstbaar op te stellen, initiatieven te faciliteren, maar dan zullen er onvermijdelijk gaten vallen in dienstverlening waar burgers niet voor opteren. Dilemma is dan of de overheid die gaten moet opvullen (risico dat ook initiatieven worden overgenomen) of moet laten roesten (risico van ongelukken). Dit lijkt een dunne lijn. Zal de praktijk (+ politiek) het wel uitvinden?

woensdag 13 november 2013

Horizon 2020, het nieuwe kaderprogramma van de EU 2014-2021

 

Tijdens de tweejaarlijkse Innovatie-estafette, dit keer in de RAI op 12 november jl, vond ook het startevenement plaats vanHorizon 2020
Dit is het nieuwe mega-onderzoeksprogramma vande EU op weg naar een kennisintensief Europa. Hoewel er in vergelijking met het Zevende Kaderprogramma overeenkomsten zijn (institutionele voorzieningen voor de begeleiding en selectie zoals de rol van European Research Council en in Nederland Agentschap NL,  het Marie Curie-programma en de nadruk op consortiumvorming), is er door grote verschillen sprake van een trendbreuk.
De beoogde onderzoeksvelden zijn veel opener, per probleemgebied thematisch geformuleerd.  De thema’s zijn gericht op het aanpakken van majeure maatschappelijke wereldvraagstukken, waarbij de gecombineerde inzet van kennisinstituten en bedrijfsleven wordt toegejuicht. Door een open toegangsprocedure probeert men de allerbeste onderzoekers en creatieve denkers te mobiliseren, dus veel aandacht voor mobilisatie van inclusieve partnerschappen. De bureaucratische barrières zijn door goede onlinevoorzieningen aanzienlijk teruggebracht.
Het budget is nog aanzienlijk opgehoogd tot circa 70 mrd euro in 7 jaar. Dit onderdeel was het enige in de EU-begroting waar Nederland de afgelopen periode netto-ontvanger was (minstens 1,5:1). De hoop is dat dit zo blijft. Er ligt nog steeds veel nadruk op het organiserend vermogen van onderzoekers, maar er is ook hulp beschikbaar bij NWO en AgentschapNL.
Voor politicologen zijn er legio mogelijkheden. In de eerste plaats natuurlijk in het onderdeel dat specifiek is gericht op sociale wetenschappen (Challenge 6) en maatschappelijke uitdagingen. Maar daarnaast als noodzakelijk aspect bij de oplossing van problemen in de andere 6 ‘Challenges’. De kunst is om in onderzoeksvoorstellen op passende wijze de formuleringen die de Europese Commissie in de Challenges heeft gebruikt te laten terugkomen.
Naar verwachting worden de calls voor voorstellen vanaf 11 december opengesteld.

Enkele impressies van Innovatie-Estafette 2013


 
Onlangs maakte ik al melding van de Innovatie-Estafette. Indrukwekkend. 5000 deelnemers in de RAI. Daaronder twee ministers en twee staatssecretarissen. Deelnemers van overheden, kennisinstituten en bedrijfsleven. Drie hoofdthema’s: smart cities, groen transport en circulaire economie. Op de RAI-beursvloer veel kraampjes met state of the art innovaties (producten op zoek naar toepassing of zelfs nog naar ontwikkeling). Indrukwekkend, maar ik was zelf niet zo op zoek naar producten, meer naar innovatieve processen. Die waren ook te vinden.
In een hoekje kon ik een korte workshop over Maatschappelijk Aanbesteden volgen. Binnenlandse Zaken heeft als bijdrage aan de doe-democratie een project van die naam gestart. Onder meer een leerkring met gemeenten die open processen organiseren met als idee “probleem zoekt oplossing”: haal dan alle potentiële partners die kunnen bijdragen aan de oplossing bijeen en zorg onder leiding van een vertrouwde trekker (niet de overheid) dat er een vitale coaitie komt. Hoeft niet perse een inkooptransactie of subsidie op te leveren. Dilemma’s zijn klassiek: poiltieke sturingsdrang, angst voor ongelijkheid en precedent en verkokering (baten slaan anders neer dan kosten). Enkele middelgrote gemeenten (Oss, Zeist) experimenteren hiermee, maar er leven nog veel vragen. Kortom, kinderschoenen. Daarna bezocht ik een workshop Innovatiegericht Inkoopbeleid Rijksoverheid van Economische Zaken en Rijkswaterstaat. Daar hoorde ik eenzelfde verhaal maar dan met spectaculaire voorbeelden en een uitgewerkt begrippenapparaat (‘Preconcurrentie procurement’). Alleen gericht op het inkoopbudget van de rijksoverheid. Kortom, de kinderschoenen ontstegen. Nu nog deze mensen met elkaar in contact brengen. Maar daarvoor was de Innovatie-estafette ook juist bedoeld!
 

woensdag 6 november 2013

Enkele impressies van de conferentie Borders to Cross

 
In een eerdere blog berichtte ik al kort over deze conferentie. Wat blijft nou op het netvlies hangen?
Omdat je van 21 workshops en 15 sprekers hoogstens drie sessies kon meemaken, is de eigen indruk onvermijdelijk partieel en subjectief. Daarnaast waren er ook nog avondontvangsten van Amsterdamse projecten naar keuze in stadsdeel West of Oost. 

Mij blijven uit alle programmaonderdelen de volgende voorbeelden bij:
-        Noel Hatch van Transformedby You (een project van de provincie Kent) gebruikt methoden van bottom-up probleemgestuurde agendaformulering.
-        Crosstalker Michel Bauwens had een wat ingewikkeld betoog, maar maakte duidelijk dat hij in opdracht van de regering in Ecuador een hele economie via de wiki-methode gaat opzetten.
-        Tijdens de stadsbezoeken in MidWest hoorde ik verschillende voorbeelden waarbij het bestuur vrije zoekruimte gaf aan professionals. Bijvoorbeeld een kunstproject Cascoland/Kolenkit waarbij na een zorgvuldige selectieprocedure de voorkeur werd gegeven aan kunstenaars die nadrukkelijk stelden dat zij nog geen omlijnd productplan konden aanbieden, omdat dit situationeel moest worden opgebouwd met omgeving en bewoners. Een ander voorbeeld is een ambtelijk team voorcriminaliteitspreventie dat de vrije hand kreeg in een gezamenlijke aanpak.

In de afsluitende reflectiebijeenkomst, georganiseerd door de UvA c.s., kwam de vrijwel ontbrekende relatie met de ‘echte’ politiek meer naar voren.

Mijn totaalindruk is dat vooral ambtenaren bemoedigende experimenten ondernemen om hun eigen werk te optimaliseren, waarbij ze maatwerk en energie van het grondvlak zoeken. Maar  de politiek is de grote afwezige. Dat is niet best voor de democratie.

dinsdag 5 november 2013

Impressies van de V-dem conferentie in Gotenburg


Ik geef nog enkele bijzonderheden na mijn vorige blog
Bij de lancering van V-dem waren circa 50 politicologische onderzoekers uit de hele wereld aanwezig die de gegevensverzameling per regio organiseren. Politicologen uit Chili, Kirgizië, Pakistan, Ghana, Taiwan, etcetera, veelal gestudeerd in de VS of Europa. Er is nauwelijks een internationaler volkje dan politicologen. En knap dat de projectleiders van de universiteiten van Gotenburg, Lund (Zweden), van Notre Dame en Boston (USA) al deze locale experts verzameld hadden.

De opzet van V-dem lijkt sterk ingegeven door de belangstelling van (Scandinavisch) ontwikkelingsbeleid. Als je democratie in de wereld wilt bevorderen, aan welk touwtje kun je dan het beste trekken?
Maar ik zie ook mogelijkheden voor intern gebruik. Beleidsmakers die zichzelf graag een spiegel willen voorhouden over governance en democratie kunnen V-dem goed gebruiken. Er moet nog mee geëxperimenteerd worden, maar ik noem nu al een paar uitkomsten die tijdens de conferentie langskwamen.

1. Uit het materiaal komt naar voren dat de recente ontwikkeling in Spanje, Portugal en Griekenland op enkele interessante punten verschillend is. Bijvoorbeeld de positie van vrouwen in politiek en civil society is in het machismo Spanje veel sterker dan in de andere twee landen. Door na te gaan welke achterliggende factoren hieraan debet zijn, kunnen actoren die gendergelijkheid nastreven hier hun voordeel mee doen. 
2. Uit de gegevens over verschillende landen en perioden komt duidelijk naar voren dat de verzwakking van de interne partijorganisatie de voorbode vormt voor drastische verslechteringen in de parlementaire democratie. 
3. Algemeen verbreid is de opvatting dat de ongelijkheid tussen mensen het laatste decennium is toegenomen. Dat betreft echter alleen inkomensgelijkheid. Als ook politieke machtsverdeling erbij wordt betrokken is er een gestaag opgaande lijn in de hele wereld.

maandag 4 november 2013

V-dem, indrukwekkende internationale dataverzameling over democratie

 

Eind oktober is tijdens een conferentie in Gotenburg het permanente onderzoeksproject Varieties of Democracy (verder:V-dem) gelanceerd. Ik mocht hierbij vanuit NL aanwezig zijn. Het betreft een grootscheepse politicologische database over democratie in vrijwel al zijn facetten.

Dit project is betaald en uitgevoerd door Scandinavische ministeries voor Buitenlandse Zaken en door Zweedse en Amerikaanse universitaire politicologische instituten.

De belangrijkste kenmerken van V-dem (tevens voordelen ten opzichte van bestaande gegevensverzamelingen als Polity en het US-beleidsinstrument Freehouse) zijn:
a.     meervoudigheid van democratiebegrip. Niet alleen de kwaliteit van vrije verkiezingen wordt onderzocht, maar democratie wordt benaderd vanuit zeven hoofdbegrippen: 1. verkiezingen, 2. vrijheidsrechten, 3. meerderheidsvorming, 4. consensusvorming (rekening houden met minderheidsopvattingen), 5. deliberatie en kwaliteit van argumentatie en consultatie, 6. participatie en 7. feitelijke gelijkheid tussen de mensen in macht en middelen.
b.     Zorgvuldige objectieve gegevensverzameling. Er wordt gebruik gemaakt van locale experts die het land goed kennen. Meer experts beantwoorden onafhankelijk van elkaar dezelfde vragen. Zij geven daarbij ook steeds aan hoe zeker ze van hun zaak zijn.  De “werkelijkheid” wordt vervolgens met statistische methoden uit deze antwoorden samengesteld.
c.     Fijn vertakt gelaagd stelsel van indicatoren en subindicatoren. Alles is transparant en herhaalbaar;
d.     Alle landen en jaren van 1900 tot heden zitten in het bestand; er komen jaarlijkse updates!
e.     De gegevens komen kosteloos via internet beschikbaar. De eerste openstelling van de database is eind maart 2014. Het bestand is gereed eind 2015.

Leert u van concrete voorbeelden of van abstractie inzichten?

 

Wat zijn effectieve manieren om tot gedragsverandering te komen? Binnenkort is er weer een Innovatie-Estafette inde RAI. Bedoeling hiervan zal zijn verandering aan te zetten. Als leren om te doen de opgave is van de zijn twee soorten strategieën: inductief en deductief leren. Die horen denk ik bij twee soorten mensen.

Innovatie is voor mij de majeure kanteling die overheid, politiek en samenleving te wachten staat op weg naar een nieuwe verantwoordelijkhedenverdeling. Bedenk dat naar verwachting 80% van de aanwezigen in de RAI in de publieke sector werkt. En dan ook nog van het type ingenieurs. Die moeten een enorme denkslag maken, komend van hun rationele beslisdenken. Hoe is innoverend gedrag te leren?

De keuze van de Innovatie-Estafette is om vooral succesvolle projecten te tonen, ‘hoe concreter, hoe beter’. Misschien komen mensen daardoor op een idee. Ik zelf ben van een ander hout gesneden. Bij mij valt het kwartje pas als ik snap hoe het mechanisme werkt, wat het grote verschil maakt. Ik werd bijvoorbeeld geinspireerd door het contrast tussengelijkheids- en ongelijkheidsdenken of over het verschil tussen complexiteit eningewikkeldheid van Govert Geldof. O, zit het zo? Voor mij geldt misschien wel; ‘hoe abstracter, hoe beter’.

Ik denk dat er meer mensen zijn die nòg zoveel voorbeelden kunnen zien en dan denken: wat leuk en innovatief, maar niet de volgende stap kunnen zetten als ze niet het grotere plaatje zien. Hoe zit dat met u?

Borders to Cross, internationale ontmoeting van grassrootinitiatieven in Amsterdam

 

Onder leiding van Binnenlandse Zaken en 11 partnerorganisaties kwamen tussen 29 en 31 oktober jl 300 deskundigen en initiatiefnemers uit heel Europa bijeen om ervaringen uit te wisselen over zelforganisatie en democratische innovaties.

 

Allereerst denk ik dat we in Nederland trots mogen zijn dat onze ministeries een dergelijke conferentie organiseren. Een Franse deelneemster bekende dat zij stomverbaasd was te horen dat een ministerie van Binnenlandse Zaken een dergelijk evenement mogelijk maakt. In haar top-down werkende land zou dat in 50 jaar nog niet mogelijk zijn, schatte ze...

 

In een buitengewoon positieve sfeer lieten de deelnemers zich verrassen door de vele uiteenlopende aanpakken van doe-democratie en burgerparticipatie. Omdat 42 presentaties en 15 sprekers in parallelsessies plaatsvonden, kon iedereen maar een fractie van deconferentie zelf meemaken.


Twee persoonlijke indrukken:
1. Sociale ondernemers waren (naast de buitenlandse genodigden) in vrij grote getalen op de conferentie afgekomen. Kennelijk vinden zij een gat in de markt waar gemeenten, projectontwikkelaars en maatschappelijke instanties brood in zien. Ik vind dit bemoedigend. De vernieuwing zit dan meer in de verhouding markt-overheid dan tussen burgers en overheden.

2. De innovatie zit er vooral in dat oplossingen in steeds meer gevallen op een andere dan geplande wijze (Analyse -> Instructie) worden gevonden. In plaats van vanuit een besliscentrum deductief geformuleerd worden probleemstelling en oplossing aan een ongestuurd zoekproces overgelaten.

zondag 3 november 2013

Draait de politiek in de toekomst rondom broederschap?



Na een periode van gelijkheid en van vrijheid kan in de nabije toekomst een era van broederschap aanbreken. Of is de  wens hier vader van de gedachten? Eerst maar eens kijken naar aanwijzingen en omstandigheden.

De Engelse politiek denker Phillip Blond en onze eigen prof. Gabriel van de Brink verstaan onder politiek op basis van broederschap een werkelijke verplaatsing in en een erkenning van de eigenheid van anderen. Dit vergt meer accentuering van verschillen dan van overeenkomsten (gelijkheid) tussen mensen, erkenning van ieders sociale en individuele omstandigheden en mogelijkheden. De aankondiging van een participatiemaatschappij vormt de voorbode van deze zwenking. Dit sluit weer aan bij het eerder genoemde essay over drie d. Ook erkenning van de onderlinge afhankelijkheden tussen mensen (in plaats van alleen individuele vrijheid en onverschilligheid jegens elkaar). Weg van universalistische pretenties, van het idee dat er een absolute waarde zou bestaan, want dat strijdt met de erkenning van verschillen. Maar tegelijkertijd wel streven naar de overbrugging van tegenstellingen binnen een hogere eenheid. Ruilrelaties en wederzijdse afhankelijkheden vormen het cement van de samenleving. Laat variëteit opbloeien, waaruit de beste keuze zich zelf selecteert, in plaats van eerst een grondige analyse en dan instructie over wat het beste is in regels en standaarden om te zetten.

Natuurlijk zullen zich dan varianten ontwikkelen, net zoals in de periode rond 1970 voor de meeste politieke partijen gold dat zij zich in meer of mindere mate richtten op gelijkheid en in de periode rond 2000 deze partijen bijna allemaal variaties vormden van liberale partijen die vrijheid het hoogst in het vaandel hadden. Zo zouden we vanaf 2020 een periode tegemoet gaan waarin politieke partijen elkaar naar de kroon zullen steken om ieder de beste variant van broederschap te hebben uitgewerkt.
Natuurlijk zijn er ook andere scenario’s denkbaar, die bijvoorbeeld verder van de democratische rechtsstaat afleiden. De huidige tendens binnen de Televisiedemocratie naar een commerciële beauty-contest van politieke merkartikelen, daar zitten burgers naar mijn idee niet op te wachten.

Politieke partijen vertonen per periode net zoveel overeenkomsten als verschillen

 
Plaats de opvattingen van onze politici eens in hun tijd en constateer de verschuivingen van de hele zwerm. Welke verwachtingen kunnen we hieraan ontlenen?

De politieke ideologie van al onze partijen is al sinds de jaren ’60 een product van tijdsomstandigheden en veel minder een onveranderlijk kompas voor de toekomst.
De politiek is na de verzuiling een speelbal geworden van mediacratie, van persoonlijkheidscultus en hypes rond incidenten. Burgers gaven hun voorkeur aan standpunten per onderwerp en per situatie afzonderlijk. Maar daarachter zaten wel degelijk grote gemeenschappelijke stromingen die als mainstream te kenmerken zijn.

Die golven zijn elk op zichzelf te karakteriseren aan de hand van de kernwaarden van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Mijn stelling is dat alle politieke partijen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, de opbouw van de verzorgingsstaat, oscilleerden rond het thema gelijkheid. Ook de VVD deed op haar manier duchtig mee met die opbouw. Alle partijen konden in grote verontwaardiging ontsteken over uitingen die intrinsieke ongelijkheid tussen mensen veronderstellen, bijvoorbeeld in het debat over nature en nurture, over de genetische component achter ongelijkheden in IQ en werkkwalificaties.

In de jaren ’90 en verder draaide het klimaat in de richting van vrijheid. Alle partijen, PvdA en Groen Links inbegrepen, werden in die periode varianten van liberale denkrichtingen. De kijk op privatisering van overheidstaken illustreert die beweging.

Interessant is nu of een volgende zwenking van ‘de’ politiek in het verschiet ligt.


zaterdag 2 november 2013

Escher en de moderne vorm van governance

 
Chaos II
Last week I went to the beautiful Tropenmuseum, where a small but instructive exhibition is devoted to Escher and Islamic Art. I got impressed by this artist again. This summer I had proposed to use some of his drawings as illustrations for the last cabinet-paper I worked on: about 'Do-Democracy', Civic self-organisation and its conditions through attitudes and behaviour by governments. In the end this idea did not materialize for all kinds of practical reasons and because the minister had a better idea for illustrations, but that is not the point here. 

Why is Escher so appropriate for this topic? 
1. His drawings are selfreferential like the whole concept of participative democracy, especially if this is described by government (e.g. the hands that draw themselves); 
2. The Eschers designs are complementary, like the responsabilities taken by civil society and at the same time left open by government: you never can tell which comes first; 
3. Like listening Bachs fuga's you are unable to perceive the single complementary objects (e.g. fishes and birds) at the same time. This also goes for the system's world of governments and the world of daily life of citizens;
4. Especially the balance between chaos and order is well illustrated by some of his works, one of which is on display in Tropenmuseum;
5. Metamorphosis!  
 

Hoe voorkomen we willekeur bij de nieuwe ambtenaar?

 

Er is een eenvoudig praktisch recept voor het bewaren van een goed evenwicht tussen willekeur en eerlijke bejegening door de nieuwe ambtenaar. 

Hiervoor voer ik u terug naar de laatste dag van mijn loopbaan, waarin mijn collega’s een afscheid vol verrassingen dat voor me hadden georganiseerd. Maar hierin ik zelf toch nog een stukje regie gehouden voor een inhoudelijke oefening. De aanwezigen werd gevraagd een situatie voor de geest te halen waarin zij de samenleving goed hadden geholpen, maar daarbij misschien regels of politieke instructies hadden moeten loslaten (of waarin zij achteraf spijt hadden dit niet te hebben gedaan). De opdracht was in groepjes van 6 à 7 rond de keukentafel elkaar om de beurt een verhaal over zo’n situatie te vertellen. Verhalen over dergelijke lastige situaties uitwisselen is naar mijn mening een onmisbaar sluitstuk op de nieuwe verhoudingen om te voorkomen dat een nieuwe werkwijze waarin ongelijkheid en verschil centraal staan, in willekeur ontaardt. Deze leuke oefening met een serieuze ondertoon was natuurlijk een beetje kunstmatig als onderdeel van een afscheid. Ik wist geen betere manier om een stukje van mijn gedachtegoed over te dragen op mijn collega’s. Dit verhalen vertellen over delicate afwegingen is naar mijn mening een wezenlijk element in de professionele communicatie die hoort bij de ambtenaar van de toekomst. Als ambtenaren dergelijke situaties onder de pet houden, dreigt werkelijk dat gevaar van willekeur te ontstaan.

Nieuwe eisen aan de lokale ambtenaar

 

Dat ik niet de enige zonderling ben die op deze manier denkt over de ontwikkeling van de rol van de nieuwe overheidsdienaar, blijkt uit het volgende artikel

 

Ongelijke bejegening, maar geen willekeur

Herkenning van mijn ideeën vond ik het in een artikel in Binnenlands Bestuur over derol van de moderne ambtenaar.  Dit stuk sluit naadloos aan op mijn betoog. Ik citeer Marije van den Berg, die training en advies geeft aan gemeenteambtenaren. “De klassieke ambtenaar is objectief, neutraal en gaat te werk zonder aanzien des persoons’, zegt ze. ‘Informele contacten leggen met individuen aan wie jij wat denkt te hebben, omdat je ze leuk vindt en omdat ze energie uitstralen, staat daar haaks op. Toch moeten we die kant op. Zonder de formele wereld geheel de rug toe te keren. Vriendjespolitiek willen we niet. We moeten een evenwicht vinden tussen het persoonlijke en het neutrale, en ambtenaren de ruimte geven om hun professionele intuïtie te gebruiken.”    
Zo eindigde ik mijn blog ook: ‘het mag ook niet ontaarden in willekeur.’

Interbestuurlijke betrekkingen volgens Kruiter cs




De komende decentralisaties vormen de lakmoesproef voor de kansen van de doe-democratie en voor de nieuwe overheid, te beginnen bij de randvoorwaarden die het Rijk meegeeft.

De uitdaging voor de gemeente van de toekomst is tegelijkertijd een uitdaging voor het Rijk en voor de burgers. Het gaat om een nieuwe stijl van interbestuurlijke betrekkingen en van interactie tussen overheid en samenleving.
De komende decentralisaties bieden bij uitstek de kans om deze uitdagingen inhoud te geven. Daarvoor komen we terecht bij het essay van Kruiter c.s. dat ik in een vorige blog noemde. Uit dit essay komt een duidelijk beeld naar voren over de richting waarin de overheid van de toekomst kan koersen. Een permanent lerende en ontwikkelende organisatie, waarin alle organen (politiek: waardebepaling; beleidsmakers: doelbepaling; professionals: uitvoering) slechts op één ding gericht zijn: maatschappelijke problemen oplossen, met focus op verschillen. Dus niet op gelijkheid. Alle onderdelen van de keten zijn in permanente samenhang gericht op dat ene doel. Leren over grenzen, leren over casuïstiek, leren over elkaar aanvullende rollen. Zo kiezen voor maatschappelijke problemen lijkt een open deur, maar de overheid was tot nu toe vooral gericht op rechtspleging, regels  op gestandaardiseerde wijze toepassen en om het lelijk te zeggen: het eigen straatje schoonvegen. Nu moet de overheid op veel punten juist contra-intuïtief opereren: loslaten, verschillen zoeken, ruimte scheppen, ondersteunen en dus ook de eer aan anderen laten.

Wat betekent doe-democratie voor de mensen in de overheid?

 

Wat is nodig?
Gezien het voorgaande, is het duidelijk dat een overheid die consequent voortbouwt op de ideeën van doe-democratie (participatiesamenleving?) drastische aanpassingen vereist, zowel op het niveau van de kwaliteiten van de bestuurders en medewerkers als in de organisatie en systemen.
Eén hoofdregel is leidend: Politicus, Bestuurder of Professional, bedenk bij alles wat je doet eerst wat de samenleving zelf kan doen of kan bijdragen en hoe jij dat kunt ondersteunen!”
 
Dit impliceert loslaten van het gelijkheids- en regeldenken in alle onderdelen waar mensen in de samenleving geprikkeld kunnen worden om eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat komt bijna neer op zelfverloochening voor de overheid, maar niet helemaal, omdat de overheid wel beschikbaar moet blijven op onderdelen waar die eigen verantwoordelijkheid niet genomen kan worden. Dit stelt echter meteen weer nieuwe uitdagingen, omdat de overheid de flexibiliteit moet opbrengen om nu eens het ene repertoire ter hand te nemen en dan weer het andere: Maatwerk. 
 
Voor politici is het een uitdaging om los te laten. Dat in een omgeving waarin alles tot nu toe op beheersing gericht is en op scoren vanuit het primaat van politieke organen. In ieder geval moet in de overheid van de toekomst voor een deel van het publiek domein deze pretentie worden losgelaten en worden vervangen door primaat van de samenleving (subsidiariteit). Politici krijgen de veel belangrijker taak van het maken van onderscheid waar dat nodig is.

Iets dergelijks geldt voor professionals. Die leven vanuit de veronderstelling dat zij onmisbaar zijn vanwege hun onvervangbare expertise. Gelijkheidsdenken moet worden beperkt, maar niet zover dat louter willekeur resteert. Volgende keer daarover meer.
 

Waardenverschuiving in de overheid van de toekomst

 

Wat wordt anders in het openbaar bestuur? Daarvoor kijk ik naar pioniers en naar de effecten van hun keuzen op diepverankerde publieke waarden. 

Wie een beeld wil vormen van de toekomstige ontwikkelingen van het openbaar bestuur kan gaan kijken naar koplopergemeenten, die al verder zijn in de incorporeren van doe-democratie in hun organisatie. Dan komen we al gauw uit in het oosten van het land. Voorop loopt Peel en Maas. In deze tijd melden zich steeds meer gemeenten die vastberaden aankondigen zich te willen ‘kantelen’ naar de samenleving. Wat betekent dit fenomeen als we het verder zouden doortrekken?

Gemeenschappelijk kenmerk van het denken in deze gemeenten is dat zij een splitsing aanbrengen binnen het publieke domein tussen onderwerpen die zonder meer gemeentelijke taak blijven en die welke worden overgelaten of ‘teruggegeven’ aan de zelforganisatie van gemeenschappen in dorpen en wijken. Niet onbelangrijk is de vraag hoe groot de tussencategorie is van onderwerpen die door coproductie tussen overheid en samenleving aangepakt worden. Naarmate dat het geval is, zal het verschil in benadering minder rigoureus worden.

Collectiviteit opknippen in twee of drie domeinen:
Publiek Domein

Gemengd Domein, Coproductie
maatschappelijk domein met overheidsinvloed of overheid met maatschappelijke invloed
Maatschappelijk Domein

Privaat domein

Ook binnen het private domein is van alles gaande, maar dat blijft hier verder buiten beschouwing.
Het verschil tussen het publieke domein en het maatschappelijke domein is goed zichtbaar te maken door de hier geldende waarden en systeemkenmerken te expliciteren.

Waarden en systeemkenmerken
Publiek domein
Maatschappelijk domein
Gelijkheid
Verscheidenheid
Systeemwereld
Leefwereld
Standaarden
Maatwerk
Regelgeving
Doelgeving
Tellen (NPM, SMART)
Vertellen, communiceren, verstehen
Project
Proces
Complexiteit reduceren
Complexiteit omarmen
Rationaliteit/causaliteit
Reflexiviteit
Planmatig, samenhang
Organische ontwikkeling, pieken en dalen
Zoeken naar belemmeringen, remmen
Vitaliteit, zoeken naar mogelijkheden